“Oh, ’t is 4 uur, tijd om op te staan. Douchen, koffie en boterhammen meepakken. Even de tijd nemen, dan ben ik om 5 uur bij MCB. Een lekkere volle rit vandaag, flink wat adressen. Dat heb ik graag, het moet niet te makkelijk zijn. Ik ben iemand van aanpakken. Hoe voller of complexer een rit, hoe fijner. Ik probeer zo het beste uit elke dag te halen. Even m’n papieren printen en op naar het eerste adresje. Daar kijk ik naar de volgorde in de planning. Ik denk dat ik de derde en vierde klant omdraai als dat kan met de lading. Dan kom ik bij die ene klant net na de lunch. Dat past beter.
Het loopt soepeltjes met het verkeer. Oh, een caravan probeert voor te kruipen. ‘Het klopt niet wat je doet, man, maar ga maar. Iedereen maakt fouten, je krijgt mij niet over de rooie’. Er komt zo een rotonde aan, dus ik laat toch al los. Een tweede natuur als je in het internationale uitzonderlijke vervoer hebt gezeten. Grondverzetmachines, windmolens, hijskranen, wat heb ik niet allemaal getransporteerd? ’s Nachts, met politiebegeleiding, stapvoets vaak. Tien dagen op en af voor een rit die je met een gewone wagen in tien uur rijdt. Dan leer je wel geduld hebben.
Die zelfstandigheid, de vrijheid om je eigen boontjes te doppen, heb ik altijd gekoesterd, 32 jaar lang. Maar ik heb ook altijd tegen mezelf gezegd: als ik grijs word ga ik het rustiger aan doen, dichterbij, ’s avonds thuis. Alleen viel dat nog niet mee. Ik dacht het in 2021 bij MCB gevonden te hebben. Het beviel me ook, maar het werk was me na al die extreme uitdagingen van de harde transportwereld te gemakkelijk. Ik had geen volgestopte dagen en alles werd voor me geregeld. Na 15 maanden liet ik me verleiden om terug te gaan naar mijn oude leventje. De prikkel om stevig uitgedaagd te worden, zat nog in mijn lijf. Maar een dikke week na die overstap had ik al spijt. Het voelde niet goed dat ik had weggegooid wat ik bij MCB had, dat sociale en familiaire. Ik weet nog dat ik na vier maanden dacht: ik bel Eric Dortmans of hij me terug wil. Ik verwachtte er niks van toen hij me op de koffie vroeg, maar hij zag wel dat ik geen banenhopper ben. De collega’s waren ook meteen uitnodigend: ‘pak een bakkie en kom terug.’ Geen enkel verwijt. Het voelde een beetje als thuiskomen. Ik was ontzettend blij.
Ik heb het nu goed naar mijn zin. Ik jaag mezelf niet meer op, leg anderen niet tegen diezelfde meetlat. Iedereen werkt op zijn manier. Nog vier adressen te gaan. Als ik vanmiddag geen koffie drink ga ik dat halen. Dat wil ik ook, want ik kom altijd leeg terug. Daar zit mijn voldoening in. Ik bel de laatste klant alvast. Dan weet hij dat ik er nog aan kom. Het is prima. Goed voor het contact.
Zo, het zit erop, ik rijd weer op Valkenswaard aan. Vanavond koken en misschien spring ik nog even op de fiets. En natuurlijk even kletsen over het werk met Nick, mijn 19-jarige zoon die bij DKC veel voor MCB rijdt. Ik denk intussen terug aan mijn recent ritje naar Leeuwarden waar ik drie dagen tevoren een ongelukje had gehad. Eigen schuld. Alles goed afgelopen, maar bij die klant waren ze wel geschrokken. Had ik een grote doos chocolade mee gekregen om daar uit te delen. Kijk, dat bedoel ik nou met dat sociale, dat is MCB. Hier wil ik oud worden. Wat me daarbij mooi lijkt, is dat ik nog eens de kans krijg om jonge jongens wat handigheidjes te leren over het vak. Als coach of zo. Enfin, we zien wel. Even de wagen wegzetten, morgen een tweedaagse rit. Leuke afwisseling en mijn vrouw vindt het prima.”
Wil jij ook gas geven en verlang een baan waar de snelweg je kantoor is? Bekijk onze vacature vrachtwagenchauffeur en zet jouw carrière in een hogere versnelling.