Zoals we allemaal wel weten, begint staal te corroderen zodra het erg nat wordt. Daarom verzinken we staal, zodat het wordt beschermd tegen corrosie. Bij onze klanten worden verzinkte producten uit verzinkte plaat gesneden door o.a. knippen, ponsen en lasersnijden. Het oppervlak van de producten wordt door het zink prima beschermd. In het algemeen kunnen we stellen: hoe dikker de laag, des te langer is het staal beschermd tegen corrosie.
Maar hoe zit het met de snijkanten van het product?
Op de snijkanten is het zink grotendeels of zelfs volledig verdwenen.
Dus de snijkanten worden niet beschermd?
De snijkant wordt kortstondig beschermd door de kathodische bescherming die het zink geeft aan het staal.
Huh?
Ik zal het kort en globaal uitleggen. Als je meer wil weten, volg dan module 3A of 3B van de materiaalkunde-cursus van onze MCB Campus.
Oxide
De meeste metalen willen eigenlijk een oxide zijn. IJzer wil het liefst ijzer-oxide zijn. Dit ijzer-oxide noemen we roest. Het ene metaal zal sneller of gemakkelijker een oxide vormen dan het andere. Een metaal dat heel snel een oxide wil vormen, dus eigenlijk snel wil roesten, noemen we on-edel. Een metaal dat juist niet gemakkelijk of langzaam oxideert, noemen we edel. Nu weet je ook waarom we goud een edelmetaal noemen.
Als we twee verschillende metalen met elkaar verbinden (zoals zink op staal), dan is het ene metaal altijd edeler dan het andere. In ons geval is zink onedeler dan ijzer.
De natuur heeft bedacht, dat wanneer we twee metalen met elkaar verbinden, dan gaat het meest onedele van de twee roesten. Door dit roestproces gaat het andere metaal niet roesten. In ons geval gaat het zink dus roesten en het staal niet. Het zink beschermt het ijzer als het ware.
Dit fenomeen noemen we “kathodische bescherming”.
Het zink heeft zelf het vermogen om blootliggend staal op hele korte afstand (hooguit enkele millimeters) ook te beschermen.
Snijkanten
Als we gaan knippen of ponsen, dan zit er op de snijkant nauwelijks zink.
Alleen op het afgeschoven of “gesneden deel” zit een heel klein beetje zink.
Op het “afgescheurde deel” zit geen zink.
Fig. : Typische knipkant. Een deel van de knipkant is “gesneden” en het andere deel is “afgescheurd”.
Bron : Wonnie van Beek, Materiaalkunde, module 2.
Het kleine beetje zink beschermt de knipkant kortstondig. Zodra het zink op de knipkant is geroest (witroest), dan zal het ijzer op de knipkant toch gaan corroderen (roodroest).
Bij lasergesneden kanten wordt echter het zink over de gehele snijkant verwijderd.
De bescherming ter plaatse is dus veel minder dan bij geknipte randen.
Dus: een geknipte rand wordt (kortstondig) beschermd door het restant aan zink op de rand. Een lasergesneden rand doet dat dus niet.