Regelmatig komen er vragen binnen over een niet fraai uiterlijk van geanodiseerd aluminium. Het is dan vlekkerig, streperig of vertoont een niet egaal uiterlijk. Vandaar een 2-luik over anodiseren en de problemen die kunnen ontstaan. In dit deel 1: wat is anodiseren, decoratief en technisch anodiseren en hard-anodiseren? De volgende keer deel 2: de meest voorkomende ‘klacht’: het vlekkerige en streperige uiterlijk van de anodiseerlaag.
Wat is anodiseren?
Aluminium heeft in veel toepassingen een uitstekende corrosiebestendigheid door de aanwezigheid van een flinterdunne aluminium-oxidehuid, rond 30 - 50 nanometer dik (1 millimeter = 1.000 micrometer = 1.000.000 nanometer). Flinterdun dus…
Door het aluminium te anodiseren kunnen we deze oxidehuid vele malen dikker maken, van enkele tientallen nanometers tot tientallen micrometers. Deze dikkere oxidelaag is hard, slijtvast, zeer corrosiebestendig, elektrisch isolerend én je kunt de laag eventueel voorzien van een mooie kleur. Over anodiseren kun je boeken vol schrijven. Omdat ik ‘maar’ 1 pagina heb, blijven we heel erg aan het oppervlak. Globaal gaat het anodiseren als volgt in zijn werk.
Stap 1 Voorbehandelen
Om een aluminium werkstuk goed te anodiseren moet het oppervlak volledig schoon zijn en moet de aanwezige aluminium-oxidehuid worden verwijderd. Dit gebeurt in een reeks ontvettings-, beits- en spoelbaden. Na deze behandelingen is het aluminium oppervlak volledig schoon, vetvrij en ontdaan van de natuurlijke oxidehuid.
Stap 2 Anodiseren
Het eigenlijke anodiseren, meestal in zwavelzuur. Het werkstuk wordt direct na het voorbehandelen ondergedompeld in een bad met zuur, meestal een zwavelzuur-oplossing met een temperatuur van rond 10 - 25 °C. Op het werkstuk wordt een stroom gezet. Het werkstuk is de plus-pool (anode). De stroomdichtheid ligt rond 0,5 tot zo’n 2,5 A/dm2. Hoe hoger de stroomdichtheid en/of hoe langer het proces duurt, des te dikker de anodiseerlaag.
Aan het oppervlak groeit een dikke, poreuze anodiseerlaag (aluminium-oxide) aan.
Door het groeien van de anodiseerlaag groeit het werkstuk in zijn geheel ook een beetje. Globaal kunnen we stellen dat het werkstuk ongeveer met een derde tot de helft van de laagdikte groeit. De ontstane anodiseerlaag is poreus aan de bovenkant. In deze poriën kan gemakkelijk kleurpigment worden aangebracht. Het aanbrengen van kleurpigment noemen we ‘kleur-anodiseren’.
Stap 3 Sealen
Als laatste stap worden de poriën afgesloten door het werkstuk onder te dompelen in een bad met heet water. Hierdoor groeit de anodiseerlaag dicht en is het aanwezige kleurpigment opgesloten.
Eigenschappen anodiseerlaag
Globale eigenschappen
- Verhoging corrosiebestendigheid
- Verhoging weerstand tegen slijtage
- Verhoging decoratieve uitstraling
- Verkrijgen elektrische isolatie.