Bij MCB werken wij volgens onze eigen MCB’S: Met elkaar, Continu beter, Betrouwbaar en Slim. Wij willen het niet onnodig ingewikkeld maken, maar jullie wel helpen om de juiste keuzes te maken. Want al die talloze termen in de staalbouw zijn er niet voor niets. Metaal is namelijk niet zomaar metaal. Maar dan is het wel handig wanneer je weet wat de verschillen zijn. Dat leg ik jullie hieronder graag uit.
1. 3.2 Certificaat bij bestaande producten: hoe werkt dat?
Het komt regelmatig voor dat klanten vragen of we het materiaal willen leveren met een 3.2 certificaat/attest (norm EN 10204). Als één en ander voor de productie bij het walswerk of de producent al wordt aangegeven, zal er iemand van een onafhankelijke keuringsinstantie (Lloyd’s, Bureau Veritas etc.) aanwezig zijn bij de materiaaltests in de fabriek. De klant ontvangt dan een attest volgens de norm EN 10204/3.2.
Als men echter van bestaand materiaal een 3.2 attest wil hebben, zal er van het product een monster genomen moeten worden. Dit materiaal wordt in bijzijn van een keuringsinstantie extern getest bij een testlaboratorium.
Indien de resultaten van de testen akkoord zijn (normtechnisch en eventueel na extra proeven in overleg met de klant), krijgt de klant een verklaring dat het materiaal voldoet. De keuringsinstantie zal dus nooit een 3.2 certificaat afgeven voor materiaal dat met een 3.1 attest is geleverd, maar een verklaring. We spreken hier van een ‘opgewaardeerde versie’.
2. Wat is nu eigenlijk hoogsterkte staal?
Bij staalkwaliteiten met een vloeigrens hoger dan 355 MPa (N/mm²) spreken we van hoogsterkte staal. In de volksmond ook wel ‘hoge sterkte stalen’. Hoogsterkte staal heeft de eigenschap dat deze een hogere belastbaarheid heeft dan de traditionele kwaliteiten S235 en S355. Ook kunt u er een lichtere constructie (re-design) mee maken. MCB levert aan diverse klanten hoogsterkte stalen in plaatvorm, maar ook als koker. Toepassingen voor deze kokers/buizen liggen o.a. in de productie van landbouwvoertuigen en in de bruggen- en kraanbouw.
De meeste hoogsterkte stalen worden thermomechanisch gewalst, waardoor deze kwaliteiten over een fijnere en gelijkmatigere structuur beschikken. In kokers en buizen zijn al kwaliteiten van 420MH tot en met 960MH beschikbaar, waarbij het getal de minimale vloeigrens aangeeft.
3. De productie van stalen kokers: Koud, warm of ‘lauw’?
Lange tijd zijn er maar een paar producenten in Europa geweest die warmvervaardigde kokers volgens de norm EN 10210 produceerden. Uit een koudvervaardigde ronde buis wordt dan de uiteindelijke koker op een temperatuur van ca 1200 graden Celsius vervaardigd. Warmvervaardigde kokers hebben, naast de voordelen qua structuur, over het algemeen een kleinere hoekradius dan koudvervaardigde.
Recent hebben we verschillende producenten op de markt gezien die koudvervaardigde kokers produceren en ze daarna in een oven een warmtebehandeling geven. Deze kokers voldoen dan ook aan de norm EN 10210, maar hebben uiteraard de radii van een koudvervaardigde koker. Bij MCB noemen we dit dan “lauwe” kokers.
4. Taaiheid en de kerfslagwaarde: wat houdt het in?
Een manier om te achterhalen of een materiaal taai genoeg is, is de kerfslagwaarde. Deze waarde staat in Joule vermeld op het materiaalcertificaat. Tevens wordt de temperatuur aangegeven waarbij de resultaten zijn behaald.
Als voorbeeld: bij S355J2 materiaal is de kerfslagwaarde minimaal 27 joule bij minus 20 graden. Van materiaal wat ingezet wordt in bijvoorbeeld de offshore, wordt een grotere taaiheid geëist. Vandaar dat hier balkstaal in de kwaliteit S355G11+M wordt geleverd. Deze balken zijn thermomechanisch geproduceerd (M) en hebben een kerfslagwaarde van minimaal 50 joule, getest op minus 40 graden. Deze balken worden ook standaard met een attest volgens EN 10204/3.2 geleverd, wat betekent dat dit document door zowel de fabrikant als een derde onafhankelijke partij is opgesteld.
Heeft u nog vragen of advies nodig over de staalbouw? Neem contact op met onze expert Jan van Pelt via e-mail jan.van.pelt@mcb.nl of op telefoonnummer 040 - 20 88 272.